De huidige meerjarenonderhoudsplannen en het bijbehorende dagelijkse beheer en onderhoud richten zich vooral op de beoordeling van de instandhouding van de oorspronkelijk bouwtechnische situatie van het gebouw. Er wordt daarbij beperkt rekening gehouden met energiebesparing en het verbeteren van het binnenklimaat van gebouwen. Voor dergelijke maatregelen wordt dus ook geen budget gereserveerd. 

In plaats van het onderhoudsplan te volgen, maakt u in een DJMOP per gebouwelement of gebouwgebonden installatie een bredere, meer duurzame afweging. Niet alleen op investerings- en onderhoudskosten, maar ook op exploitatiekosten. Zo komen bij het maken of actualiseren van DMJOP's alternatieve technieken of producten in beeld die anders buiten beschouwing zouden blijven. Componenten met een zeer slecht energetisch rendement of hoge onderhoudskosten kunt u eerder laten vervangen.

Om duurzaamheid te stimuleren heeft de overheid verschillende subsidievormen om uw investeringen nog aantrekkelijker te maken. Na het opstellen van de duurzame meerjarenonderhoudsplanning volgens de Conditiemeting NEN 2767, kan Froger Vastgoed ook de beschikbare subsidies voor u uitzoeken en eventueel aanvragen.

Tijdens het reserveren van investeringskosten en het inplannen van onderhoudswerkzaamheden kan per element de overweging worden gemaakt om bij vervanging te kiezen voor een duurzaam alternatief, hierbij valt bij de volgende onderwerpen te denken aan: 

Bij veel gebouwen is het raadzaam om bij het vervangen van bepaalde elementen producten toe te passen die gemaakt zijn van natuurlijke materialen, die een lange levensduur hebben en minder onderhoud vergen.

Door het dak en de gevel gaat het grootste deel van de energie verloren via infiltratie en transmissieverliezen. Het verhogen van de warmteweerstand van de schil, door middel van isolatie, kan aanzienlijk bijdragen aan het verlagen van het benodigde energiegebruik voor verwarmen, koelen en ventileren. Voorbeelden hiervan zijn:

* Na-isoleren van bestaande (spouw-)muren.

* Na-isoleren van daken.

* Na-isoleren van vloeren.

* Bestaande beglazing vervangen door dubbele beglazing. (HR++)

* klimaatgevels of voorzetramen toepassen.

* het verhelpen van luchtlekken.

Verouderde installaties hebben vaak een aanzienlijk hoog energieverbruik. Naast de nieuwe energiezuinige technieken komt dit hoge energieverbruik vaak ook door verkeerd afgestelde of slecht onderhouden installaties. Nieuwe energiezuinige technieken zijn o.a. hoog rendement-systemen, warmteterugwinsystemen  en systemen die gebruik maken van aardwarmte.

Zonwering en zonwerende beglazing zijn doeltreffende methodes om opwarming in de zomer tegen te gaan. Een simpele zonwering brengt het energieverbruik voor koeling in gebouwen al met de helft omlaag.

Omdat gebouwen steeds beter geïsoleerd worden, is het aandeel van warmteverlies via ventilatie ten opzichte van andere verliesposten steeds groter geworden. Het warmteverlies verminderen en het binnenmilieu verbeteren kan o.a. door:

* In bestaande kozijnen roosters aan te brengen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit in het gebouw.

* bestaande roosters te vervangen door zelfregelende roosters.

* het aanbrengen of vernieuwen van een ventilatie-installatie .

* een systeem met warmteterugwinning toe te passen.

* het reinigen of vervangen van ventilatiekanalen.

* het toepassen van vraaggestuurde ventilatie.

* het toepassen van nachtventilatie om tijdens zomernachten te koelen.

In veel utiliteitsgebouwen hangen verouderde energieverslindende verlichtingssystemen.

Binnenverlichting in kantoren, zorg- en onderwijsinstellingen is inmiddels verantwoordelijk voor 60  tot 75% van het totale elektriciteitsverbruik. Naast het niet onnodig laten branden van verlichting zijn er diverse manieren om het elektriciteitsverbruik te bepreken.

Onderhoud of renovatie van het dak leent zich voor (toekomstige) toepassing van duurzame energietechnieken, met name zonne-energie (collectoren of PV). 

Groene daken bieden vele voordelen op het gebied van duurzaamheid, milieu, belevingswaarde en woongenot. De aanschafkosten zijn hoger, daar staat tegenover dat de dakbedekking langer meegaat dan bij een traditioneel dak en daarna gerecycled kan worden. Een groen dak buffert het hemelwater hetgeen de afgifte op het rioolstelsel tijdens de piekmomenten verlaagd.

Tevens zijn groendaken in staat CO2 op te nemen hetgeen de plaatselijke luchtkwaliteit verbeterd.